Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Indien Ik ulieden [21]de aardse dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe zult gij geloven, indien Ik ulieden de hemelse [22]zou zeggen? 21. Dat is, de hemelse dingen door gelijkenis van aardse verklaar. 22. Dat is, zou voorstellen zonder gelijkenis, gelijk ze in zichzelven zijn.